Ik heb teveel spullen. Dat ik regelmatig de nieuwste gadgets en tech-apparatuur in handen heb, helpt daarbij niet. Na een test denk ik al snel ‘handig, dat wil ik ook!’ en dat denk ik vaak ook wanneer een tech-collega een handig nieuw snufje heeft gekocht. Niet dat ik alles koop wat los en vast zit – ik kijk altijd wel wat ik er op de korte én lange termijn aan heb. Ik moet dus wel echt overtuigd zijn van het nut.
Vaak klopt dat ook, maar af en toe niet. Daarom heb ik al vele jaren een soort regel voor mezelf ingesteld: als iets te lang in de kast blijft liggen en ik twijfel aan het nut en de noodzaak, dan gaat het weg. Soms is dat al best snel. Zo kocht ik eind vorig jaar een iPad Air (2019-model) met bijpassend Apple ‘smart’ toetsenbord, maar heb ik deze een maand geleden alweer verkocht. De reden voor aankoop was tweeledig: 1) ik kon er mooi interviews ter plaatse mee af nemen, wat handiger was dan met een laptop en 2) de operationele werktijd was veel langer dan m’n Macbook Pro, waardoor ik die wat vaker thuis of op kantoor kon laten liggen (en hij is veel lichter om mee te reizen). Aan het nut van een iPad twijfelde ik sowieso niet: ik heb de allereerste iPad nog steeds en daarnaast een oude iPad Mini. Maar de reden van verkoop was even simpel: in dit coronatijdperk reis ik veel minder en werk ik als het kan op afstand. Dat zie ik niet snel veranderen, dus mocht de hagelnieuwe iPad alweer naar een ander baasje.
Ik fotografeer al 25 jaar met verschillende camera’s en een arsenaal lenzen. In beide zit natuurlijk verloop: gemiddeld eens in de vijf jaar koop ik een nieuwe camera, mits de nieuwe eigenschappen heeft die voor mij van grote meerwaarde zijn. Vijf jaar geleden was dat het geval: de Sony A7R II had voor mij alle features die ik wenste en heeft me zelfs doen overstappen van merk: na twintig jaar Canon was het tijd voor Sony. Dat proces heb ik eerder beschreven: de systeemcamera was de toekomst en Canon was destijds veel te traag met innoveren (hallo oogautofocus). Ik was eigenlijk van plan nog veel langer met de A7R II te doen, tot ik via een bevriende collega tegen een onmogelijke aanbieding van de hagelnieuwe A7R IV aanliep. Die bood features die ik graag wilde, maar waar ik niet de nieuwprijs voor wilde neerleggen: een grotere accu, betere zoeker, meer fps, hogere resolutie (60mp), fijnere bediening, etc. En dus ging de oude in de verkoop, want twee high end camera’s is wat teveel van het goede.
Dat bood ook de gelegenheid om eens kritisch naar mijn objectieven te kijken. De meeste had ik vlak na de overstap naar Sony aangeschaft en het lenzenaanbod was toen nog vrij beperkt. Bovendien had ik twee adapters waarmee ik probleemloos Canon-lenzen kon blijven gebruiken op de Sony, met behoud van autofocus. Dat was handig, want er waren een aantal unieke lenzen waar geen alternatief voor was, zoals de Canon 15mm f/2.8 fisheye en de Sigma 20mm f/1.4. Ook de Canon 100mm f/2.8 macro kon ik blijven gebruiken, al werkte hij met adapter minder vlot in situaties met weinig licht. Ondertussen is er voldoende aanbod van ‘native’ glas, dat vaak compacter is en vlotter presteert, dus heb ik afscheid genomen van mijn laatste Canon lenzen. Nu moet ik wel, zonder grote haast, op zoek naar een nieuwe macrolens en een lichtsterke groothoekprime.
Verder heb ik de laatste maanden allerlei apparatuur vervangen, waardoor de oude apparatuur op Marktplaats en Tweakers V&A belandde. Denk aan harde schijven, netwerkapparatuur en upgrades van computer hardware. Door dit tweedehands voor een lagere prijs te verkopen kunnen andere mensen goedkoper aan relatief nieuwe apparatuur kopen en ondertussen probeer ik de economie draaiende te houden door nieuwe producten aan te schaffen. Zo heb ik de laatste maanden geïnvesteerd in nieuwe apparatuur, zoals microfoons en bijbehorende accessoires. Voor een nieuw project. Ik hoop dat deze hun nut voor het project bewijzen, anders staat Marktplaats straks weer vol.