De oplossing voor de klimaatcrisis, en de sterk stijgende temperatuur en parallel daaraan de zeespiegel, is niet heel lastig te bedenken. We moeten minder fossiele brandstoffen verbranden en er uiteindelijk zo goed als mee stoppen. Dat klinkt ergens simpel, maar dat is het allesbehalve. Immers, het gebruik van fossiele brandstoffen is volledig geïntegreerd in ons dagelijks leven. Daardoor lijkt het ook volstrekt normaal – we weten eigenlijk niet beter. Toch zijn er tegenwoordig tal van alternatieven die kunnen helpen om het verbranden van fossiele bronnen, zoals olie en gas, te verminderen. Morgen al naar nul hoeft niet, we hebben nog een kleine 30 jaar de tijd. Maar iedere vermindering van verbruik (en dus uitstoot) helpt! Hoe eerder, hoe beter. Maar hoe dan?

Voorbeelden van dagelijkse zaken waarbij fossiele brandstoffen worden verbrand zijn legio. Toch zijn we ons vaak niet van alles bewust. Directe voorbeelden zijn autorijden, de kachel hoger zetten en vliegen naar een vakantieland of zakelijke bestemming. Bijna alles wat we doen heeft een link met fossiele brandstoffen. Per persoon verbruiken we 80 liter aardolie in Nederland. Ja, gemiddeld per persoon – dus inclusief baby’s. Dat is een enorme hoeveelheid. Een deel daarvan verbranden we zelf, zoals het verwarmen van ons huis via een gasketel of rijden in een auto op benzine of diesel, maar een groot deel gebeurt indirect.

Indirecte uitstoot

Bijvoorbeeld wanneer we elektriciteit gebruiken. Voor de elektriciteitsproductie worden vooral gascentrales ingezet en een klein deel kolencentrales (die in 2030 sluiten) en nucleair. Windmolens en zonnepanelen groeien hard en krijgen een steeds groter aandeel (25% in 2021), maar dat uitbouwen heeft tijd nodig. In 2030 moet circa 70% van onze elektriciteit duurzaam worden opgewekt.

Andere indirecte uitstoot wordt gevormd door verborgen impact die we niet zien, maar die er wel is. Pakketjes in China bestellen is vaak goedkoper dan bij een winkel in de buurt, maar levert veel meer uitstoot op. Deze spullen moeten immers duizenden kilometers worden vervoerd. Dat gebeurt meestal via containerschepen en die varen in internationale wateren vaak op bunkerolie – een vies restproduct dat alleen in zware motoren kan worden verbrand, met enorme uitstoot tot gevolg (niet alleen CO2, maar ook stikstof- en zwaveldioxide).

Luchtvervuiling

Daar komt nog bij dat de verbranding van fossiele bronnen leidt tot enorme luchtvervuiling. We merken de gevolgen daarvan niet direct, maar pas op lange termijn. Twintig jaar geleden was roken op de werkplek en in restaurants nog de normaalste zaak van de wereld. De manier hoe we nu brandstof verbranden (en dat normaal vinden) lijkt daarop. Nu roken gedenormaliseerd is, is het nog wel normaal dat we op weg naar school met onze kinderen op de fiets tussen de uitlaatgassende auto’s rijden. En dat terwijl wetenschappelijk aangetoond is dat er wereldwijd meer mensen doodgaan aan luchtvervuiling, dan aan ondervoeding, overgewicht of alcohol- en drugsgebruik. Vervuilde lucht heeft een negatief effect op de neurologische ontwikkeling van jonge kinderen en leidt tot schade aan onze longen, waar zich kleine deeltjes fijnstof nestelen (PM2.5).

Wat kun je doen?

De eerste stap is bewustwording. We kunnen niet alles van de ene op andere dag veranderen, maar als we ons in ieder geval bewust zijn wat de impact is van wat we doen, dan is dat al het begin van een veranderingsproces. Keuzes maken wat we wel en niet doen, mede op basis van de impact die dat heeft. Liever dus een paar euro meer uitgeven om iets lokaal te bestellen dan het helemaal van de andere kant van de wereld te halen. En liever de fiets pakken (of eventueel lopen) voor een afstand van een paar kilometer dan daarvoor de auto aanzwengelen. Als je auto rijdt, rij dan zuinig. Niemand zegt dat je verplicht 130km per uur moet rijden na zeven uur ’s avonds.

Kritisch kijken naar apparatuur die lang aanstaat en het vervangen door zuinigere apparatuur (zoals led-lampen) is een volgende stap. Je kunt per apparaat het stroomverbruik meten om inzicht te krijgen in het verbruik en je kunt ook je verbruik realtime analyseren als je een slimme meter hebt. Op die manier krijg je meer inzicht in de grootverbruikers. Een andere simpele truc is om een groep apparaten in één keer uit te schakelen middels een centrale schakelaar – veel apparaten verbruiken nog steeds stroom als ze uitstaan. En gebruik een energieschema voor computers (en je smartphone en tablet) zodat ze zichzelf uitschakelen als je ze niet gebruikt.

Grotere stappen

Vervolgens kun je kijken naar de meer complexe zaken die een grotere aanpassing en/of investering vereisen. De eerste stap is het (verder) isoleren van je huis. Denk dan aan de muren, de kruipruimte, het dak en het glas. Meer isolatie betekent direct lagere energiekosten én een meer comfortabel huis. Wie nog op gas stookt, kan denken aan een hybride warmtepomp als de ketel aan vervanging toe is – dit scheelt ontzettend veel gas. Als je huis goed geïsoleerd is, is een reguliere warmtepomp nog beter. Ik woon zelf al ruim 10 jaar in een duurzaam all-electric huis – dat is niet alleen heel comfortabel, in combinatie met zonnepanelen kan het bijna energieneutraal.

Want als je een eigen huis met een dak hebt, zijn zonnepanelen een no-brainer. Er zijn maar weinig investeringen in je huis die direct en ook op langere termijn geld opleveren. Zonnecellen gaan minstens 25 jaar mee, dus de kosten haal je er altijd uit. De terugverdientijd is een jaar of zeven en leveren ze gratis energie. Niet alleen verlaag je hiermee je energierekening, je zorgt er ook voor dat fossiele elektriciteitscentrales minder grijze stroom hoeven te produceren.

Een volgende stap is elektrisch rijden. Dit levert direct een voordeel op voor je omgeving: geen vervuilende uitlaatgassen meer. Vooral de luchtkwaliteit in dichtbevolkte gebieden gaat er daardoor op vooruit. Maar het grootste voordeel van een elektrische auto is dat deze een factor vier minder energie verbruikt dan een auto op benzine of diesel. Dat heeft te maken met de efficiëntie van de elektromotoren en de accu. Bij een auto met een verbrandingsmotor gaat circa 75% van de energie verloren (het grootste deel wordt omgezet in warmte) – slechts 20 tot 25% wordt daadwerkelijk gebruik voor de aandrijving van de wielen. Bovendien wordt een elektrische auto ieder jaar schoner doordat onze stroomvoorziening snel verduurzaamt. [meer weten? lees er alles over]

Een pijnlijke stap is minder vliegen. Een groot vliegtuig verbruikt circa 12.000 liter kerosine per uur. De klimaatimpact van de luchtvaart is momenteel weliswaar ‘slechts’ 7%, maar het aantal vluchten neemt snel toe en zal als er niets verandert een van de grootste uitstoters zijn op termijn. Bovendien wordt kerosine niet belast, wat in feite een vorm van subsidie is – mede daardoor zijn de ticketprijzen vrij laag en kan de trein er niet mee concurreren. En omdat vliegen grensoverschrijdend is, wordt de milieu-impact vaak niet meegerekend bij (nationale) CO2-doelstellingen. ‘Nooit meer vliegen’ gaat wat ver als doelstelling, maar het is wel goed om het te minimaliseren en te kiezen voor andere oplossingen als dat mogelijk is.

Tot slot

Je kunt zelf vaak meer doen dan je denkt. Soms al direct en andere zaken op termijn. Alle kleine beetjes helpen en als iedereen z’n steentje bijdraagt, heeft dit uiteindelijke een grote bijdrage aan de reductie van schadelijke emissies, zoals CO2, fijnstof en stikstof, en dus ook tegen klimaatverandering. Natuurlijk moeten bedrijven en de politiek ook verdere stappen zetten – veel meer dan nu het geval is. Want hoe langer er gewacht wordt, des te drastischer de maatregelen moeten zijn om de klimaatdoelen van het Parijs-akkoord nog te halen. Als we bijvoorbeeld in 1990 al waren begonnen hadden we veel geleidelijker kunnen verduurzamen.

Ook daarvoor geldt dezelfde bewustwording: verbranden van fossiele brandstoffen = CO2 = klimaatverandering. Net zoals het nu gek is wanneer je in het vliegtuig een peuk opsteekt, is het nog wel ‘normaal’ dat er schadelijke rook uit de schoorstenen van fabrieken komt, als het gevolg van die verbranding. Uiteindelijk, dus uiterlijk medio 2050, zou iedereen zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en dit moeten voorkomen. Dat kan door schadelijke emissies, zoals CO2, af te vangen en op te slaan, dit te minimaliseren of over te stappen op meer duurzame bronnen. Uiteraard met de nodige hobbels en bobbels, want simpel is het niet, zeker niet op heel korte termijn.

Het goede nieuws is wel dat veel technisch mogelijk is met oplossingen die vandaag al beschikbaar zijn. Met verdere verbeteringen worden die hopelijk nog goedkoper en efficiënter. Want verandering lukt niet van vandaag op morgen, maar is een lange termijnproces. Maar hoe eerder we beginnen, hoe groter de kans dat het lukt.

Dit delen? Graag! ☺